Tien melkveehouders in de omgeving van Kockengen hebben donderdag 7 februari een intentieovereenkomst ondertekend waarmee ze aangeven dat ze samen aan de slag willen om de bodemdaling van de veengrond verder te beperken. Zij doen dat door de gezamenlijke aanleg van zogenaamde onderwaterdrainage. De boeren in de Kockengens polders Kortrijk en Portengen willen graag dat hun polders ook voor de toekomstige generaties geschikt blijven om te kunnen boeren. Daarom wordt de bodemdaling op polderniveau aangepakt. Samen leggen zij in deze polders 230 hectare aan.

De Gebiedscoöperatie Rijn, Vecht en Venen heeft het polderproces begeleid om tot dit resultaat te komen en vraagt voor deze klimaat-slimme boeren subsidie aan bij de EU en de Provincie Utrecht om de aanleg te financieren. Onderwaterdrainage is namelijk nog een redelijk nieuw fenomeen, en deze boeren werken met hun gronden mee aan een pilot waarin de effectiviteit en werking van het systeem nader wordt onderzocht. De boeren gaan ook experimenteren met zogenaamde bio-drains die gemaakt zijn van aardappelzetmeel en op den duur geen resten achterlaten in de bodem.

Het project wordt ondersteund door Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, die de polderpeilen gaat herzien om deze onderwaterdrainage zo effectief mogelijk te maken. En het waterschap zet de opgedane kennis met de lopende proeven met onderwaterdrainage in de polder Spengen en in de polder Lange Weide bij Driebruggen in.

In polders Kortrijk en Portengen zakt de venige bodem gemiddeld 1 cm per jaar. Veenafbraak en bodemdaling ontstaan door ontwatering. Onderwaterdrainage is een effectieve manier om daar wat tegen te doen. Het zorgt ervoor dat de grondwaterstand het slootpeil beter volgt. Daarvoor worden in het perceel, onder het slootwaterpeil, drains aangelegd. Bij lage grondwaterstand zorgen deze drains voor infiltratie, bij hoge grondwaterstanden voor ontwatering. De inschatting is dat deze techniek ervoor zorgt dat de bodemdaling vermindert met 30 tot 50% en daarmee ook de CO2 emissie met evenveel.

Bron: Groene Ruimte  | Gebiedscoöperatie Rijn, Vecht & Venen, 11/02/19