Op 28 juni 2019 is in de Nieuwe Oogst een artikel verschenen van Koen van Wijk. Hierin wordt beschreven hoe het aanbrengen van een laagje klei op veengrond de bodem stabieler maakt:
Een half jaar na het aanbrengen van een laagje klei op de veengrond van Marinus de Vries zagen belangstellenden donderdagmiddag hoe dit heeft uitgepakt. De pilot ‘Klei in veen’ bij de melkveehouder in Stolwijk heeft al veel nieuwe kennis opgeleverd.
‘De klei vermengt zich sneller met het veen dan verwacht. Alleen waar het dikker is aangebracht, ligt nog wat klei in het gras’, vertelt projectbegeleider Maaike van Agtmaal van het
Louis Bolk Instituut. ‘De klei die in januari is uitgestrooid, is in de bodem gekomen dankzij eerst vorstwerking en vervolgens inspoeling. Ook draagt de activiteit van wormen hieraan bij.’
De pilot ‘Klei in veen’ is gestart met als doel de veenbodem stabieler te maken en dus beter bestand tegen bodemdaling. De techniek is mogelijk een oplossing voor dit probleem. In de pilot zijn 24 proefveldjes van 1 vierkante meter aangelegd waar verschillende hoeveelheden en soorten klei zijn aangebracht, zodat het effect van veel of weinig klei kon worden gemeten.
‘We hebben nu bodemmonsters genomen die we de komende weken onderzoeken in het laboratorium. Door het meten van de vrijkomende CO2 uit de monsters kunnen we zien in hoeverre de veenafbraak is verminderd. We zien nu al dat het effect per kleisoort verschilt.’
De pilot is een onderdeel van de Proeftuin Krimpenerwaard en wordt uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut, Marinus de Vries en Loonbedrijf De Vries in Stolwijk.
foto: HDSR