Slotaflevering Netvlist: realisatie van 352 ha WIS in de polders bij Vlist

Bij de start van de aanleg van waterinfiltratie bij 21 agrariërs in de polders bij Vlist, is over dit bijzondere polderproces een Netvlist-serie gemaakt. Daarin komen de verschillende invalshoeken bij een dergelijk proces in beeld en vertellen deelnemers en betrokkenen over hun ervaringen.

In deze laatste, 7e aflevering, zoomen we in op het totale proces; van idee, tot plan, uitvoering en vervolg.

Voortgangsrapport Actieprogramma Aanpak veenweiden

Pilots voor kennisontwikkeling, samenwerking met inwoners, bedrijfsleven en medeoverheden en participatie in onderzoeks- en overlegorganen ten behoeve van bodemdalingremmende maatregelen en waterkwaliteit ….

Lees in het voortgangsrapport hoe waterschap Amstel, Gooi en Vecht de afgelopen 3 jaar concreet aan de slag is geweest met het Actieprogramma Aanpak veenweiden.

Polderkarren in het Groene Hart

Vernattingsmaatregelen op veen in de praktijk, hoe pakken die uit? Wat zijn de ervaringen en hoe loopt het proces van idee tot ‘buizen in de grond’? Dat konden boeren, beleidsambtenaren en natuurorganisaties op vrijdag 14 oktober op 3 locaties horen en zien. Een dag over Boeren bij Hoog Water, moldrainage en waterinfiltratie. En over brede samenwerking in polderprocessen.

Boeren bij Hoog Water

De eerste stop tijdens de polderkarexcursie was op de Hoogwaterboerderij in Zegveld, het living lab van het VIP NL-programma Boeren bij Hoog Water. Bedoeld om te ontdekken wat een hoog grondwaterpeil (-20 cm) onder het maaiveld, voor een melkveebedrijf op veen betekent in de praktijk. Na een welkom en korte intro door Marieke Leentvaar, coördinator van Klimaatslim Boeren op Veen, nam Wim Honkoop het stokje over om te vertellen over onderzoek en praktijk. Zoals Wim aangeeft: “Op de Hoogwaterboerderij gaat het om systeemonderzoek. Het is één bedrijf dat we als drie verschillende bedrijven runnen.

Het vertrekpunt (referentie) is het gemiddelde melkveebedrijf in de westelijke veenweiden: met huiskavel en veldkavel, een regulier polderpeil, Holstein koeien, een ligboxenstal, melkrobot(s) en reguliere mechanisatie. Daarnaast zijn er de twee andere bedrijfssystemen: met een hoge grondwaterstand en verschillende koeienrassen (Holstein en Jersey).” Tijdens de rondgang over de percelen vertelt Wim over het watersysteem. “De hoogwaterpercelen zijn voorzien van een waterinfiltratiesysteem, dit bestaat uit drains om de 5-6 meter in de bodem die op een waterbak zijn aangesloten. Door middel van molens en pompen kunnen deze waterbakken gevuld worden tot maaiveldhoogte om waterdruk te creëren. Om te voorkomen dat er te veel water wordt rondgepompt zijn ook de sloten op een hoog peil gezet (zomerpeil gem. 25 cm-mv).”

In 2020 was er sprake van een inregeljaar en 2021 was het eerste echte meetjaar. Deze twee jaren vormen eigenlijk de nulmeting. “Dat wil niet zeggen dat we er nog niets van kunnen zeggen”, stelt Wim.” Boeren bij hogere grondwaterstanden blijkt tot nu toe mogelijk. Er ontstaan nieuwe inzichten in de effecten van hogere grondwaterstanden op allerlei aspecten van de bedrijfsvoering. In het voorjaar zien we nog niet veel verschil als het gaat om de hogere grondwaterstand, in het najaar wel vanwege de beperkte buffercapaciteit omdat het water al hoger staat. Ook hebben we gemerkt dat als je effectief wilt sturen, je niet te grote blokken op één systeem moet hebben. En dat de bodemgesteldheid van invloed is.”

Moldrainage; geen buizen maar gangen

Van Zegveld naar Wilnis is geen grote afstand. Maar wel weer een nieuwe situatie als het gaat om de keuze voor een bodemdalingremmende maatregel. Melkveehouder Joost Samsom en Erica Caverzam Barbosa, hydroloog bij Waternet, vertelden over de keuze en eerste resultaten van moldrainage, een subirrigatiesysteem dat Joost zelf heeft doorontwikkeld. “Ik heb mijn vraagtekens bij het grootschalig aanleggen van enorme buizenstelsels in de veenbodem. Wat gebeurt er met dat (pvc)materiaal, welk effect heeft dat op de lange termijn? Ik ben daarom verdergegaan op het idee van subirrigatie zonder buizen, maar met gangen. Daarvoor heb je wel een klein stukje buis nodig zo’n 2,5 tot max 5 meter om de verbinding tussen sloot en perceel stevig te maken en houden.” Hij neemt het gezelschap mee voor een demo in het veld. Vanuit de slootkant trekt Joost met de trekker waaraan een speciale sleuf met boorgat is gemaakt een korte buis een stuk in het perceel. Na zo’n 2,5 meter koppelt hij de buis los van de machine, maar ligt de molboon wel op de juiste diepte om verdere gangen te trekken. In de buizen die in de sloot liggen heeft Joost een bolletje kippengaas gestopt om ratten en rivierkreeften tegen te houden.

Vanuit Waternet maar ook voor Joost zelf, is het belangrijk om de effecten van moldrains te monitoren vertelt Erica. “Zijn de gangen nog open na 2 jaar, wat gebeurt er door vertrapping? Wat is het effect op de grondwaterstand en de waterhuishouding in de bodem? Daarvoor zijn in de percelen en bij de sloten meters geïnstalleerd die data verzamelen. Het is nog te vroeg om al hele harde conclusies te trekken, daarvoor is meer tijd nodig, maar de eerste resultaten zijn voorzichtig positief.”

Passieve waterinfiltratie en polderprocessen

De derde Polderkarstop was bij Piet van Zijtveld, melkveehouder en bestuurder Gebiedscoöperatie Groot Wilnis Vinkeveen (GWV). Waar in Zegveld met drukdrains actief water in en uit de sloot kan worden gepompt, ligt er bij Piet op 3 ha (op hoger gelegen percelen, passieve waterinfiltratie waarbij het water vrij in en uit de sloot loopt. Dat het een maatregel is die bijdraagt aan het verminderen van bodemdaling en CO₂ uitstoot was voor Piet de reden om mee te doen. “Ik was vooral benieuwd of aanleg en gebruik nadelig zouden zijn en of het ‘geen troep’ zou worden. Je kunt natuurlijk niet na één jaar zeggen of iets werkt ja of nee, het moet zich allemaal nog gaan zetten. Wat ik tot nu toe wel merk is dat ik de droogteschade niet minder is met WIS. Ook mijn grasopbrengst is niet hoger. Ik zie wel dat gras iets eerder aan de gang komt na droogte.”

Coby Visser, secretaris en coördinator veldzaken GWV, vertelde o.a. over de rol van een gebiedscoöperatie bij de start en uitrol van een gezamenlijk WIS-traject. “Het vraagt om openheid en geduld, want processen kosten tijd. En de moeite nemen om de belangen van de ander te snappen en mee te (willen) laten wegen. Ieder zit er vanuit zijn of haar eigen perspectief, en soms ook met bagage van eerdere processen die bijvoorbeeld moeilijk verliepen. Wat heb je elkaar te bieden? Dat is soms meer dan je denkt. “

Na nog bij Piet in het veld bij zijn WIS-percelen te hebben gekeken, bedankte Marieke iedereen voor zijn/haar komst. En werd er op het erf nog doorgepraat….

Afronden en vooruitkijken in Spengen

Op 7 oktober jl. is op feestelijke wijze de 5-jarige ‘Bedrijvenproef Spengen; sturen met grondwater’ afgerond. Dit eerste échte actieve waterinfiltratieproject in de praktijk, is een mooi voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen boeren en waterschap HDSR. Een leer- en experimenteertraject voor alle betrokkenen; de boeren, draineurs, adviseurs, installateurs, het agrarisch collectief, waterschap, gemeente en provincie. Dat benadrukte ook Mirjam Sterk, gedeputeerde van Provincie Utrecht die bij de feestelijke bijeenkomst aanwezig was.

Sterk staaltje gebiedsgericht werken

Vanaf de start van de proef in 2016 laat Spengen zien wat in brede samenwerking gerealiseerd kan worden. De bedrijvenproef was innovatief voor boeren en waterschap. Zowel qua samenwerking als techniek. Het waterschap en de boeren zijn samen de zoektocht om bodemdaling af te remmen aangegaan, zonder vooraf alles te (willen) weten.

Leren door te doen met pioniers die stappen durven zetten en investeren in toekomstperspectief voor de polder. De actieve waterinfiltratiesystemen zijn in de proef doorontwikkeld en er is veel gemeten en ervaren in de praktijk. “Deze proef laat zien wat voor kennis en expertise er in de agrarische sector zit die we echt kunnen gebruiken. Juist die kennis uit de polder kunnen we benutten voor nieuwe opgaven zoals waterkwaliteit en stikstof. Het gebiedsgericht werken is hier al uitgevonden.” aldus gedeputeerde Mirjam Sterk. Ze overhandigde een bord dat de kracht van innovatie en samenwerken symboliseert.

De Boer aan het Roer voor toekomstperspectief

De proef betekent niet het einde van de samenwerking aan de toekomst van de polder, maar smaakt juist naar meer. Met de pilot ‘De Boer aan het Roer’ die in 2022 is gestart, willen de boeren in de polder Spengen met elkaar invulling geven aan meer maatschappelijke doelen als waterkwaliteit, stikstof, broeikasgassen. De boeren in Spengen doen dit met betrokken overheden en organisaties om zo een toekomstperspectief te krijgen, gedragen vanuit de realiteit van de praktijk.

Resultaten van de proef

Het idee van de bedrijvenproef: het hoger houden van de grondwaterstand in droge perioden door water in het veen te infiltreren, is gelukt. Daarom is de verwachting dat een remmend effect op de bodemdaling te vinden is. De meetreeks aan bodemhoogte is nog te kort en wordt daarom voortgezet tot 2026.

Lees meer: Eindrapportage Sturen met Grondwater – Bedrijvenproef Spengen 2017-2021

Onderzoek naar effecten van WIS op biodiversiteit

Wat zijn de effecten van bodemdalingremmende maatregelen, vooral waterinfiltratiesystemen (WIS), op de biodiversiteit? Daar doet Universiteit Utrecht onderzoek naar. Annick van der Laan (assistent in opleiding en onderzoeker in het project) legt uit: “Eerst proberen we te begrijpen hoe de situatie op een perceel verandert met de verschillende maatregelen. Blijft bijvoorbeeld  de nutriëntenbeschikbaarheid voor planten hetzelfde? Hoe verandert de grondwaterstand t.o.v. het maaiveld door het jaar heen bij diverse maatregelen? Wanneer we dit goed in beeld hebben kunnen we vervolgens de eventuele veranderingen in biodiversiteit die we zien beter begrijpen en hopelijk uiteindelijk ook voorspellen.” 

Het onderzoek bestaat hoofdzakelijk uit een veldstudie en een experiment in de botanische tuinen van de universiteit Utrecht. In het experiment in de botanische tuinen (afbeelding 1) worden 100 veenkernen van 80cm hoog en 20cm diameter blootgesteld aan verschillende waterstanden, waterkwaliteiten en nutriënten toevoegingen. Vervolgens wordt het effect op de nutriëntenbeschikbaarheid en op de vegetatie gemeten. In mei 2022 zullen de veenkernen helemaal uit elkaar gehaald worden en wordt de bodem ook bestudeerd.

De veldstudie bestaat uit het monitoren van de biodiversiteit op 46 percelen verspreid over 6 polders in het westelijk veenweidegebied. Deze percelen verschillen van elkaar in grondwaterstand en vaak ook agrarisch beheer. Er wordt in het veld van alles gemeten: zo wordt de vegetatiesamenstelling gemonitord, worden er metingen gedaan aan vliegende en kruipende insecten en worden regenwormen geteld en op soort gebracht. Ook zullen er komend seizoen dag- en nachtvlinders en libellen gemonitord worden. De veldstudie is begonnen in mei 2021 en loopt nog tot februari 2023.

De eerste resultaten kunnen komend najaar (2022) verwacht worden en zullen t.z.t. ook via Klimaatslim Boeren op Veen gedeeld worden.

 

de proefopzet in de botanische tuinen van de Universiteit Utrecht. De ballen gaan de algengroei tegen en door middel van de spuiten kunnen de onderzoekers poriewater monsters

De proefopzet in de botanische tuinen van de Universiteit Utrecht. De ballen gaan de algengroei tegen en door middel van de spuiten kunnen de onderzoekers poriewater monsters

Meer biodiversiteit en schoner water in de polders

Veel boeren in klimaatslimme polders beperken zich niet tot alleen WIS maar kijken naar meer maatregelen om bij te dragen meer biodiversiteit.

In Polder De Ronde Hoep worden maatregelen voorbereid om de waterpeil en kwaliteit in het vogelreservaat te gaan verbeteren. In de zomer staat het waterpeil in het weidevogelreservaat lager dan in de omliggende landbouwgronden. Dat is niet goed voor de waterkwaliteit en biodiversiteit en ook de bodemdaling. Daarom zal in de zomer het slootwaterpeil van landbouwgronden gekoppeld worden aan de peilen in het reservaatsgebied. In het midden van de polder ligt een groot natuurgebied van 160 ha van Landschaps Noord-Holland. In deze polder is gestart met Aanvalsplan Grutto. Verschillende boeren gaan zich extra inspannen voor weidevogelvriendelijk beheer of breiden de bestaande maatregelen uit. Bij de Polder in de Vlist lopen pilots met drukdrainage en weidevogelbeheer.

Ook in de polder Lange Weide bij Driebruggen (waar de aanleg van waterinfiltratie één van de eerste polderbrede projecten was)  wordt hard gewerkt aan verbetering van de biodiversiteit en waterkwaliteit, o.a. door de aanleg van een aantal kilometers natuurvriendelijke vooroevers. Hierdoor zijn de kopse kanten van de weilanden duurzaam beschermd tegen verdere afkalving . In deze vooroevers is de stroomsnelheid van het slootwater verlaagd, waardoor er meer verschillende soorten planten kunnen ontwikkelen. Ook zijn er waterplanten uitgezet om dit proces te versnellen.

Ook in Meijpolder Laag zullen natuurvriendelijke oevers worden aangelegd.

H2O actueel: CO2-uitstoot niet omlaag door onderwaterdrainage

Op de website van KNW verscheen een verslag van een onderzoek van de Raboud Universiteit en Wageningen Environmental Research (WENR) in het kader van het Friese Veenweideprogramma. Lees het hele artikel via deze link.

Tussen 2017 en 2021 onderzochten de wetenschappers de effecten van onderwaterdrainage op de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. Ook keken ze naar de gevolgen voor de waterhuishouding en de gewasgroei. “Dat hebben we gedaan door middel van empirisch onderzoek bij vijf boerderijen in Friesland”, vertelt Christian Fritz, veenonderzoeker/ fysisch geograaf van de Radboud Universiteit en coauteur van de rapportage over de broeikasgasuitstoot van Friese veenbodems. “Het is bij mijn weten voor het eerst dat de effecten van onderwaterdrainage op deze schaal zijn onderzocht.”

Beleidsmakers gaan er regelmatig vanuit dat onderwaterdrainage kan bijdragen aan een substantiële vermindering van de CO2-uitstoot. In het rapport ‘Dalende bodems, stijgende kosten’ van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) staat bijvoorbeeld dat onderwaterdrainage, als onderdeel van een breder pakket, een reductie van 25 procent ten opzichte van de huidige situatie haalbaar maakt. Bij aanvang van het onderzoek ging Fritz’ onderzoeksgroep er ook vanuit dat een doelgericht peilbeheer de jaargemiddelde grondwaterstand zou kunnen verhogen en de emissies zouden laten dalen. “Ook dachten we dat er minder CO2 vrij zou komen door een peilverhoging in de zomer en vervolgens de vernatting van ondiepe veenlagen.”

Die aannames kloppen dus niet. Of althans, ze werden niet bevestigd door dit onderzoek in Friesland. “We zien dat het niet werkt om de CO2-uitstoot substantieel te verminderen. We zagen trouwens ook dat de kleidikte weinig invloed had. Beide bevindingen lijken overigens in lijn met andere internationale onderzoeken. In Duitsland zijn twee percelen bijvoorbeeld vier jaar onderzocht en daar zagen ze bij een perceel een lichte daling en bij de andere een verhoging van de CO2-emissie van 20 ton CO2 per hectare.”

lees verder….

Twee initiatieven in provincie Zuid Holland om CO2-uitstoot en bodemdaling te verminderen

Op 16 september verschenen op de website van de provincie Zuid-Holland twee berichten over CO2-uitstoot en bodemdaling remmende maatregelen.

  • Boeren Alblasserwaard dienen plan in om CO2-uitstoot en bodemdaling te beperken
    • Na ongeveer 2 jaar geëxperimenteerd te hebben op 2 proeflocaties in de Alblasserwaard zetten de betrokken boeren nu de volgende stap voor minder bodemdaling en CO2-uitstoot. Samen met de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland dienen zij hun plan in bij de Stichting Nationale Koolstofmarkt om hun verminderde CO2-uitstoot te gaan verkopen via carbon credits aan bedrijven die hun uitstoot willen compenseren. Hiervoor is een Valuta voor Veen project opgezet met de methode Pompgestuurde waterinfiltratie. Lees het hele artikel via deze link.
  • Samen aan de slag voor vitale veenweiden in Zuid-Holland
    • De provincie Zuid-Holland gaat samen met waterschappen, gemeenten en landbouw- en natuurorganisaties een plan uitwerken voor veenweidegebieden. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de CO2-uitstoot uit veen in 2030 aanzienlijk verminderd moet worden. De uiteindelijke ambitie is dat er in 2050 vitale veenweidegebieden zijn, met een toekomstbestendige landbouw, minder uitstoot van broeikasgassen en stikstof en een hogere biodiversiteit en waterkwaliteit. De samenwerkende partners hebben de eerste uitgangspunten en doelstellingen van de Veenweidestrategie vastgelegd in een startnotitie. Lees het hele artikel via deze link.

 

 

Bodemdaling remmen met de molmethode

Agrariër Joost Samsom uit Wilnis bedacht een slimme oplossing om de bodemdaling in het veenweidegebied te remmen. Via een nieuwe techniek, subirrigatie, brengt hij gangen in de grond die zorgen voor ondergrondse irrigatie, zonder gebruik van drainslangen.

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, waterschap Amstel Gooi en Vecht (Waternet) en Wij.land ondersteunen de pilot. Ze dragen bij in de monitoring van de grondwaterstand en financiering van de verdere ontwikkeling.

Innovatieve techniek

Samsom wilde een systeem bedenken zonder het gebruik van drainslangen in de grond. Zo kwam hij op het idee van subirrigatie met molgangen. Bij de aanleg van een ‘gewoon’ waterinfiltratiesysteem, liggen er pvc buizen of biodrains in de grond om water te kunnen infiltreren in het perceel. Bij deze pilot legt de boer geen pvc buizen in de grond, maar maakt de draineermachine als een mol ondergrondse gangen. Die staan ook in verbinding met de sloot, zodat het water er in en uit kan stromen. Alleen op het laatste stukje bij de sloot ligt nog een pvc buis, om te voorkomen dat de koeien de oever vertrappen en de gangen dicht slibben. De machine heeft hij zelf ontwikkeld. In twee filmpjes is te zien hoe de gangen worden aangelegd en in een interview verteld Samson over zijn visie op de bodemdaling in de omgeving van zijn bedrijf.

Pilot subirrigatie

Het doel van de pilot is om kennis op te doen over het functioneren van een subirrigatiesysteem op veengrond. Via een onderwatercamera kan Samsom de onderwatergangen inspecteren. De initiatiefnemers willen met meerdere boeren deze pilot uitvoeren om ook bij verschillende waterstanden en grondsoorten onderzoek te kunnen doen. Ook in het werkgebied van De Stichtse Rijnlanden gaan twee agrariërs bij Oudewater experimenteren met deze vorm van subirrigatie. De aanleg staat gepland voor september 2021.

KIWA richtlijn BRL1411 uitgebreid voor veenweideinfiltratie

Op 4 augustus verscheen op de website van KIWA de aangepaste en uitgebreide BRL1411: ‘Buisdrainage met Veenweideinfiltratie en procescertificatie’.

De beoordelingsrichtlijn stelt eisen aan het ontwerp, de aanleg en nazorg van systemen voor Buisdrainage of Veenweideinfiltratie.

Op basis van de BRL kunnen er aparte KOMO procescertificaten worden afgegeven voor het ontwerpen en/of de aanleg  en/of nazorg van buisdrainage of veenweideinfiltratie.

Onderwerp en toepassingsgebied

De richtlijn is van toepassing op het ontwerpen, de aanleg en nazorg van drainagesystemen voor de ontwatering en/of infiltratie van gronden of infiltratiesystemen in veenweidegebieden. In geval van veenweideinfiltratiesystemen (VWI) is de hoofdfunctie het aanvoeren van water in de bodem (infiltratie) met als doel veenafbraak door oxidatie te voorkomen. Hierbij zijn er VWI- systemen te onderscheiden met zowel een infiltrerende als drainerende functie en systemen met alleen een infiltrerende functie.

In werking treden

De BRL zal vanaf 6 augustus 2021 worden gehanteerd voor het afgeven van KOMO procescertificaten voor Buisdrainage of Veenweideinfiltratie.

Meer informatie

U kunt voor meer informatie contact opnemen met:
Kiwa Nederland B.V.
dhr. F. van der Meeren
E Fred.van.der.Meeren@kiwa.com

De BRL is te vinden via deze link.